De acht stadia van de menselijke ontwikkeling volgens Erik Erikson

Nestje met jonge vogeltjes

Vanaf het moment dat je geboren wordt tot het moment dat je dood gaat leer, leef, ervaar je. Mensen gaan daarin door verschillende levensfasen.

Erik Erikson was een Amerikaans psychoanalyticus bekend om zijn algemeen aanvaarde theorie van de persoonlijkheidsontwikkeling. 

De acht stadia van de menselijke ontwikkeling volgens Erik Erikson:

1e levensfase: Fundamenteel vertrouwen versus fundamenteel wantrouwen (o-1 jaar)

Als je op de wereld komt is de allereerste basisbehoefte veiligheid. Je tast af of de wereld veilig is of niet, en komt daardoor als eerste in aanraking met; kan ik vertrouwen op de wereld om me heen of heb ik het gevoel dat ik dat niet kan. De basis wordt al in de buik van moeder gelegd. Als moeder veel angst kent pikt een ongeboren baby dat vaak al op. Ook kan een thema binnen de familie leven en bewust of onbewust doorgegeven worden.

2e levensfase: autonomie versus schaamte en twijfel (1-3 jaar)

Hierna komt de check: mag ik mij vrij bewegen, ben ik in controle over mijn eigen lichaam en levensfuncties. Mag ik bang, boos, bedroefd en blij zijn? Plassen, poepen, omrollen, stapjes zetten. Hoe regeert de wereld om me heen hierop en wat is mijn ruimte?

3e levensfase: initiatief versus schuld (3-6 jaar)

De volgende fase gaat over: mag ik doen wat ik wil, en wat gebeurt er als ik grenzen aftast? Houdt de wereld om me heen dan nog wel van me? Wat doe ik ” goed” en wat doe ik “fout”. In mijn eigen ogen, en in de ogen van mijn omgeving. Schaamtegevoel uit zich in deze fase als niet gezien willen worden, het gezicht verbergen, woedeaanvallen, huilbuien en soortgelijk gedrag dat getuigt van emotionele overbelasting.

4e levensfase: constructiviteit versus inferioriteit (6-12 jaar)

Fase 4 gaat over wat je kunt bereiken/. doen. Kan ik waarde toevoegen, mag ik leren en doen, of zie ik mijzelf als ” waarde-loos” en minder dan de mensen om mij heen en schiet ik tekort als mens?

5e levensfase: indentiteit versus rolverwarring (12-18 jaar)

Een periode van twijfel, waarna je gaat bepalen wie je bent. Je kijkt om je heen, vergelijkt jezelf met anderen, en ontdekt overeenkomsten en verschillen. Dingen waar je trots op bent en dingen waarvan je je afvraagt: is dit wel oké? Is dit van mij, wil ik het zo of wil ik het anders, wie ben ik eigenlijk echt.  Kan ik mijzelf laten zien of ga ik een rol spelen?

6e levensfase: intimiteit versus isolement (18-25 jaar)

In fase 6 kom je in aanraking met: Kan, wil, durf ik me verbinden met de ander of trek ik me liever (vaak uit veiligheid) terug?

7e levensfase: generativiteit versus stagnatie (25-55 jaar)

Generativiteit: “de zorg voor het vormen en leiden van de volgende generatie.”

Jouw eigen bijdrage leveren, wie weet een gezin stichten, of juist niet zijn dingen die bij deze fase horen.

8e levensfase: integriteit versus wanhoop (55- ?)

Het gaat in deze fase over de vraag of we met voldoening op ons leven kunnen terugzien. Dat geeft een gevoel van volledigheid, van integriteit.,  wat wijsheid met zich meebrengt. Kernbegrippen hierbij zijn ontwikkeling, verantwoording en aanvaarding.

 

Periode 1: opbouw v/d persoonlijkheid (0-28 jaar)

Uit de hemel (0-7). Vanuit eenheid, naar ego en eigen ik
Wie ik allemaal ben (7-14) Je leert jezelf en anderen kennen
Het wiel draait rond (14-21) Heroriëntatie op eigen identiteit
Alleen en samen. (21-28) Eigen mening en levensrichting

Periode 2: een individu worden (28-56 jaar)

De wereld in (28-35) Bestemming en levenstaak komen in beeld
Opbouw van een kristal (35-42) Verbinding hoofd hart handen
Door het labyrint (42-49) loutering en terugkeer naar de roots
Leiden en geleid worden (49-56) verzet of overgave, innerlijk

Periode 3: een geestelijk leven (56-84 jaar)

Hemel en aarde (56-63) Doorgeven wat is aangenomen
Tot eenvoud (63-70) Vanuit ervaring wijs, winter
Door de dood (70-77) Confrontatie sterfelijkheid
Eeuwig leven (77-84) Het is wat het is

 

uit: ‘Passe-partout’ Phoenix opleidingen